Jozua 10:24

SVEn het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua al de mannen van Israel, en hij zeide tot de oversten des krijgsvolks, die met hem getogen waren: Treedt toe, zet uw voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe, en zetten hun voeten op hun halzen.
WLCוַ֠יְהִי כְּֽהֹוצִיאָ֞ם אֶת־הַמְּלָכִ֣ים הָאֵלֶּה֮ אֶל־יְהֹושֻׁעַ֒ וַיִּקְרָ֨א יְהֹושֻׁ֜עַ אֶל־כָּל־אִ֣ישׁ יִשְׂרָאֵ֗ל וַ֠יֹּאמֶר אֶל־קְצִינֵ֞י אַנְשֵׁ֤י הַמִּלְחָמָה֙ הֶהָלְכ֣וּא אִתֹּ֔ו קִרְב֗וּ ימוּ אֶת־רַגְלֵיכֶ֔ם עַֽל־צַוְּארֵ֖י הַמְּלָכִ֣ים הָאֵ֑לֶּה וַֽיִּקְרְב֔וּ וַיָּשִׂ֥ימוּ אֶת־רַגְלֵיהֶ֖ם עַל־צַוְּארֵיהֶֽם׃
Trans.wayəhî kəhwōṣî’ām ’eṯ-hamməlāḵîm hā’ēlleh ’el-yəhwōšu‘a wayyiqərā’ yəhwōšu‘a ’el-kāl-’îš yiśərā’ēl wayyō’mer ’el-qəṣînê ’anəšê hammiləḥāmâ hehāləḵû’ ’itwō qirəḇû śîmû ’eṯ-raḡəlêḵem ‘al-ṣaûə’rê hamməlāḵîm hā’ēlleh wayyiqərəḇû wayyāśîmû ’eṯ-raḡəlêhem ‘al-ṣaûə’rêhem:

Algemeen

Zie ook: Jozua

Aantekeningen

En het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua al de mannen van Israel, en hij zeide tot de oversten des krijgsvolks, die met hem getogen waren: Treedt toe, zet uw voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe, en zetten hun voeten op hun halzen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ֠

-

יְהִי

En het geschiedde

כְּֽ

-

הוֹצִיאָ֞ם

uitgebracht hadden

אֶת־

-

הַ

-

מְּלָכִ֣ים

koningen

הָ

-

אֵלֶּה֮

als zij die

אֶל־

tot

יְהוֹשֻׁעַ֒

Jozua

וַ

-

יִּקְרָ֨א

zo riep

יְהוֹשֻׁ֜עַ

Jozua

אֶל־

-

כָּל־

al

אִ֣ישׁ

de mannen

יִשְׂרָאֵ֗ל

van Israël

וַ֠

-

יֹּאמֶר

en hij zeide

אֶל־

tot

קְצִינֵ֞י

de oversten

אַנְשֵׁ֤י

des krijgsvolks

הַ

-

מִּלְחָמָה֙

-

הֶ

-

הָלְכ֣וּא

hem getogen waren

אִתּ֔וֹ

die met

קִרְב֗וּ

Treedt toe

שִׂ֚ימוּ

zet

אֶת־

-

רַגְלֵיכֶ֔ם

uw voeten

עַֽל־

op

צַוְּארֵ֖י

de halzen

הַ

-

מְּלָכִ֣ים

koningen

הָ

-

אֵ֑לֶּה

dezer

וַֽ

-

יִּקְרְב֔וּ

En zij traden toe

וַ

-

יָּשִׂ֥ימוּ

en zetten

אֶת־

-

רַגְלֵיהֶ֖ם

hun voeten

עַל־

op

צַוְּארֵיהֶֽם

hun halzen


En het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua al de mannen van Israel, en hij zeide tot de oversten des krijgsvolks, die met hem getogen waren: Treedt toe, zet uw voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe, en zetten hun voeten op hun halzen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!